NIEUW ARTIKEL: Blijven staan of verder gaan? De rol van doelconflict bij chronische pijn

Iedereen wordt in zijn of haar leven wel geconfronteerd met pijn. Een aanzienlijke proportie van de bevolking wordt echter ook geconfronteerd met chronische pijn. Wanneer we de groep patiënten met een chronische pijnproblematiek bestuderen, zien we echter ook grote verschillen tussen personen in de mate waarin ze nog actief zijn.  

Maar hoe komt het dat sommige individuen met chronisch pijn vrij actief blijven ondanks hun pijn, terwijl anderen dat niet zijn? Een motivationeel perspectief kan mogelijks een antwoord bieden.

Stel je maar eens voor dat je kampt met chronische pijn. Wanneer je vervolgens dan een pijnaanval krijgt, kan het je motiveren om activiteiten te ondernemen of net vermijden om de pijn onder controle te houden of meer pijn of schade te voorkomen. Dit doel om verdere pijn of schade te voorkomen is echter niet het enige doel dat je op dat moment hebt, maar het is slechts 1 doel in een context met veel andere doelen. Net zoals je niet “gewoon” een individu met pijn bent, maar ook misschien moeder, liefhebbende partner, fervent badmintonner of tekenaar… Het beoefenen van sport of hobby’s, of activiteiten gerelateerd aan onze verschillende rollen of ons sociaal leven zijn mogelijks echter niet compatibel met het doel om pijn te reduceren. Als individu staan we dan voor een keuze: ofwel kiezen we voor de activiteit gerelateerd aan onze hobby’s, rollen, sociaal leven, ofwel kiezen we ervoor onze pijn onder controle te houden. De soorten activiteiten waartussen we moeten kiezen en zelfs de keuze die we maken, kan verschillen van moment tot moment.

Uit onderzoek blijkt jammer genoeg echter dat patiënten met chronische pijn vaak (moeten) kiezen om activiteiten die ze voorheen fijn vonden, zoals bijvoorbeeld badminton spelen of tekenen, vermijden om zodoende (meer) pijn te vermijden of herstel te bevorderen (Crombez et al., 2012). Er is ook veel onderzoek dat vrees voor pijn en gerelateerd vermijdingsgedrag identificeert als mogelijke schadelijke factoren in het ontstaan en de verdere ontwikkeling van chronische pijn (bv. Vreesvermijdingsmodel, Vlaeyen & Linton, 2000; 2012). Een probleem met deze modellen is echter dat ze weinig rekening houden met de brede (motivationele) context. Tijdens haar doctoraat en het onderzoek daaropvolgend, focuste dr. Claes dan ook op (experimenteel) onderzoek naar de impact van doelconflicten  op pijn-gerelateerde vrees en vermijdingsgedrag. Echter, ook de aanwezigheid van zulke doelconflicten en de effecten hiervan op het leven van patiënten met chronische pijn was – en is – nog steeds weinig onderzocht.

In een recent gepubliceerd onderzoek van Claes en collega’s (2018), werd er dan ook in kaart gebracht in welke mate doelconflict aanwezig is en hoe het ervaren wordt door patiënten met chronische pijn in vergelijking met personen die niet lijden aan chronische pijn. Hiertoe werden 40 patiënten met fibromyalgie en 37 gezonde deelnemers uitgenodigd voor een eenmalige individuele sessie in het labo.

Tijdens deze sessie werd een semi-gestructureerd interview gebaseerd op de Daily Reconstruction Method (DRM) van Kahneman en collega’s (2004) afgenomen. Tijdens het interview begint de deelnemer met het reconstrueren van de dag voordien, te beginnen met het ontwaken en eindigend met naar bed gaan. Vervolgens vroeg de interviewer participanten om doelconflicten die ze dag voordien hadden ervaren te identificeren. Een doelconflict werd in de studie beschreven als een situatie waarin er een zekere mate van besluiteloosheid of twijfel optreedt over wat de patiënt zou doen wanneer er verschillende mogelijkheden zijn. Het kiezen voor één activiteit  om een bepaald doel te bereiken leidt er op zijn minst tijdelijk toe dat een ander doel niet bereikt wordt. Bijvoorbeeld, de krant lezen om te ontspannen conflicteert met het buiten spelen met de kinderen om de band te versterken; rusten om de pijn te verminderen is incompatibel met een shopping trip met vriendinnen. Nadat alle conflicten geïdentificeerd werden, werd aan participanten gevraagd om elk van hun doelen (2 per conflict) in voorgedefinieerde categorieën te plaatsen : pijnvermijding/controle, sociaal, werk/school, intrapersoonlijk, vrije tijd, huishouden, algemene gezondheid, of een restcategorie. Tot slot beoordeelden deelnemers de ervaring van deze conflicten, hun pijn en vermoeidheidsniveaus, emoties en de dag voordien in zijn geheel.

De resultaten toonden—tegen de verwachtingen in—aan dat patiënten met chronische pijn niet spontaan meer doelconflict rapporteerden dan de gezonde deelnemers. Ze verschilden echter wel in het type doelconflicten dat ze rapporteerden. Patiënten met chronische pijn rapporteerden meer doelconflicten waarin pijnreductie, controle of vermijding een belangrijk rol speelde dan gezonde deelnemers. Ook rapporteerden ze minder sociaal-, werk- of vrije tijds-gerelateerde doelconflicten. Sterker nog, meer dan de helft (57.4%) van de doelconflicten van patiënten omvatte minstens 1 pijn(vermijdings)doel. Pijn-doelen conflicteerden het vaakst met huisehoudelijke, sociale en interpersoonlijke doelen.

Niet alleen verschilden patiënten met chronische pijn van gezonde deelnemers m.b.t. het type doelen, maar ook in de ervaring van het doelconflict. Patiënten met chronische pijn ervaren hun doelconflicten als meer negatief en kampten met meer negatieve gevoelens tijdens een doelconflict dan gezonde deelnemers. Bovendien vonden ze het vaak veel moeilijker om één van beide activiteiten te kiezen dan gezonde deelnemers, en waren ze ook minder tevreden met de uiteindelijke keuze. Deze bevindingen waren bovendien onafhankelijk van het aantal doelconflicten dat participanten rapporteerden.

Tot slot wees het onderzoek ook uit dat wanneer de gemiddelde pijnintensiteit hoger was, er ook een sterke toename was in het aantal pijn-gerelateerde conflicten. Bovendien was het aantal pijngerelateerde doelconflicten geassocieerd met meer angst en meer cognitieve intrusies bij patiënten

Maar wat betekenen deze resultaten nu? Ten eerste kunnen de verschillen in type doelconflict en de doelen die conflicteren met pijn(vermijding) afhankelijk zijn van contextuele karakteristieken. Het is immers mogelijk dat het leven van een patiënt met chronische pijn voornamelijk gefocust is op pijn(vermijding), waardoor er per definitie minder doelconflict kan ervaren worden in andere levensdoelen. Ten tweede lijkt het onderzoek aan te geven dat het nastreven van verschillende doelen wanneer je geconfronteerd wordt met pijn, een situatie die al veel van je vergt, (hulp)bronnen mogelijks nog meer uitput. Dit kan op zijn beurt dan weer leiden tot meer pijn of het gevoel dat je meer gehinderd wordt door pijn.  Ten derde lijkt het ervaren van doelconflict nauw verweven te zijn met hoe we situaties interpreteren. Als we situaties vaak als catastrofaal interpreteren, kan dat samenhangen met hoe negatief we een situatie en/of conflict percipiëren.

De bevindingen uit het onderzoek lijken er dan ook op te wijzen dat het includeren van een breder, motivationeel perspectief in bestaande verklarende modellen van chronische pijn zinvol is (Vlaeyen, Crombez en Linton, 2016). Er is echter meer onderzoek nodig om te achterhalen in welke mate doelconflicten, motivatie een rol kunnen spelen in de ontwikkeling, maar ook de behandeling, van chronische pijn.

Deze blogpost verscheen in een andere vorm op:  https://bodyinmind.org/goals-conflict-pain/

Het artikel waarover deze blog gaat:

Claes, N., Vlaeyen, J. W. S., Lauwerier, E., Meulders, M., & Crombez, G. (2018). Goal conflict in chronic pain: day reconstruction method. PeerJ6, e5272.

Het volledige artikel is beschikbaar op:  http://doi.org/10.7717/peerj.5272

Referenties

Crombez, G., Eccleston, C., Van Damme, S., Vlaeyen, J. W. S., & Karoly, P. (2012). Fear-avoidance model of chronic pain: the next generation. The Clinical Journal of Pain28(6), 475–83.

Kahneman, D., Krueger, A. B., Schkade, D. A., Schwarz, N., & Stone, A. A. (2004). A survey method for characterizing daily life experience: the day reconstruction method. Science, 306(5702), 1776–80.

Vlaeyen J.W., Crombez G., Linton S.J. (2016). The fear-avoidance model of pain. Pain, 157(8), 1588-9.

Vlaeyen, J. W., & Linton, S. J. (2000). Fear-avoidance and its consequences in chronic musculoskeletal pain: a state of the art. Pain85(3), 317–32.

Vlaeyen, J., & Linton, S. J. (2012). Fear-avoidance model of chronic musculoskeletal pain: 12 years on. Pain153(6), 1144–7.

Wilt u meer weten over motivationele perspectieven in chronische pijn?     

Onlangs verscheen het boek ‘motivational perspectives on chronic pain: theory, research and practice’ van prof. Dr. Paul Karoly en prof. dr. Geert Crombez. Ook dr. Nathalie Claes schreef samen met prof. dr. Winifred Gebhardt één van de hoofdstukken. Het boek is verkrijgbaar bij uitgever Oxford University Press of de betere boekhandel.